Stottertherapie

Als gespecialiseerde logopedist-stottertherapeut maak ik deel uit van de Vereniging Stottercentra Nederland (VSN). Ik werk met (jonge) kinderen, jongeren en volwassenen.

Stotteren begint vaak tussen de 2 en 7 jaar. Wanneer u twijfelt of u een stottertherapeut moet raadplegen, kunt u de Screeningslijst Stotteren invullen. Bij een score van 11 of hoger, wordt contact met een stottertherapeut geadviseerd.

Wanneer iemand stottert is het ritme van het spreken verstoord. Woorden, lettergrepen of klanken worden herhaald, verlengd of het spreken blokkeert (even) volledig. Het spreken kan krampachtig worden en er kunnen meebewegingen in het gezicht of van lichaamsdelen en verstoringen in het ademritme.

Daarnaast kent stotteren ook een verborgen deel. Er kan sprake zijn van vermijding van bepaalde woorden/klanken of spreeksituaties, en gevoelens als ongemak, angst, frustratie en/of schaamte.

Het stotteren kan soms voor de buitenwereld (vrijwel) volledig verborgen blijven terwijl iemand zelf dagelijks leeft met de spanning om het stotteren te omzeilen en het verborgen te houden.

De impact van stotteren kan verschillen, het kan beperkingen veroorzaken in scholing, werk en in de dagelijkse communicatie.

U kunt meer lezen in de patientenversie van de Richtlijn Stotteren.

De behandeling

De therapie is maatwerk en afgestemd op het doel van de cliënt (en/of de ouders). We starten met onderzoek om het stotteren en de uitlokkende en instandhoudende factoren in kaart te brengen. Vaak is het doel van therapie om vrij en makkelijk te kunnen en durven communiceren, op zo’n manier dat je zichtbaar kan maken wie je bent en wat je wil.
Bij voldoende aanmeldingen wordt binnen de praktijk een (kinder)groep gevormd, of we bespreken mogelijkheden voor (aanvullende) groepsbehandeling elders.

Kinderen

Bij stottertherapie voor jonge kinderen staat de ouderbegeleiding meestal centraal. Stotteren is vaak een verstoring in de balans van de mogelijkhedenvan het kind en de vragen/verwachtingendie er zijn (vanuit het kind zelf en/of de omgeving). In het onderzoek kijken we welke aspecten een rol spelen. Dit kan te maken hebben met de spraak- taalontwikkeling, de motorische-, cognitieve – en/of sociaal-emotionele ontwikkeling. In de therapie werken we eraan die balans te herstellen.

Een andere mogelijkheid is dat we ervoor kiezen om te werken aan het versterken van de vloeiendheid (volgens het Lidcombe Programma).

Bij wat oudere basisschoolkinderen kijken we wat er vervelend, moeilijk of lastig is aan/door het stotteren en daar werken we gezamenlijk aan. (met ouders, zo nodig met leerkrachten, e.a.) Therapie is erop gericht de spanning van het stotteren te verminderen of weg te nemen.

Aan bod kunnen komen:

– stotteren begrijpen.
– wat helpt jou om makkelijk(er) te praten?
– hoe ga je om met lachen en/of nadoen van je stotteren?
– wat zijn jouw sterke kanten?
– wat zijn handige sociale vaardigheden om te leren?
– hoe kan je zelfvertrouwen opbouwen?

Jongeren en volwassenen

Bij jongeren en volwassenen is therapie er vaak op gericht om vrij(er) te kunnen communiceren en het stotteren niet meer/minder belemmerend te laten zijn.

De buitenkant (wat een ander kan zien en horen) en de binnenkant (gedachten, gevoelens en ervaringen) van het stotteren worden in kaart gebracht. Ook onderzoek je wat de invloed is op je communicatie, de interactie met anderen, privé, op school/ studie of werk. We onderzoeken wat je vragen en/of wensen zijn.

Vanuit een (meestal) groeiend inzicht ga je verder op weg. Door vrijuit te kijken naar stotteren en te praten over het stotteren ontstaat ruimte en vermindert de spanning in en rond het stottermoment.

Kwaliteiten en vaardigheden die nodig zijn om te bereiken wat je wil, kunnen worden gestimuleerd, geoefend en getraind. Gebruikte werkvormen zijn: (coachings)gesprekken, bewustwordingsoefeningen (zelfreflectie: bewust worden van gedachten, gevoelens, ervaringen en lichaamsbewustwording en wat je (niet)wil), lichaamswerk (bv. ontspanningsoefeningen, ademoefeningen), stottercontrole technieken en spreektechnieken.

Het streven is zo te werken dat je steeds meer je eigen coach wordt.